Moet ik gitaarakkoorden kennen om gitaar te leren spelen?

Gitaar akkoorden… er zijn boeken over geschreven, websites voor gemaakt, mobiele gitaar apps voor ontwikkeld en ook de meeste instructie-video’s behandelen ze en het lijkt een noodzaak dat je honderden akkoorden uit je hoofd moet kennen om gitaar te kunnen spelen. Is dat werkelijk zo? Nee, staar je niet blind op het leren van akkoorden, maar probeer juist te begrijpen hoe ze in elkaar zitten en hoe je met bepaalde grepen en vingerzettingen deze akkoorden op je gitaarhals kunt spelen.

Natuurlijk is het belangrijk om veel akkoorden op je gitaar te kennen. Maar in plaats van ze allemaal uit je hoofd te leren is het veel handiger om een aantal basis patronen rondom akkoorden te onthouden die je vervolgens overal op je hals kunt gebruiken. Als je daarnaast begrijpt hoe akkoorden in elkaar zitten wat betreft de individuele noten die het akkoord maken, dan heb je al die boeken niet meer nodig.

Drieklank akkoorden

Een basis akkoord bestaat uit drie noten. De grondtoon (eerste noot van de toonladder), de terts (derde noot) en de kwint (vijfde noot). Alle basis akkoorden hebben deze samenstelling, waarbij de terts bepaalt of het een majeur (grote terts) of mineur (kleine terts) akkoord wordt. De meeste andere drieklank akkoorden zijn variaties hierop, zoals een ‘verminderd akkoord’, een ‘overmatig akkoord’ of een ‘sus akkoord’. Deze variaties zijn niet meer of minder dan andere intervallen tussen de verschillende noten die het akkoord vormen.

Vierklank akkoorden

Deze akkoorden zijn over het algemeen zogenaamde septiem akkoorden en bestaan in basis uit de grondtoon, de terts, de kwint en de septiem (zevende toon van de toonladder). Hier bestaan ook weer verschillende versies van, zoals de mineur, majeur, verminderd en overmatig. Ook komt het voor dat andere noten worden toegevoegd. Met name in de Jazz komt dit veel voor, zoals bijvoorbeeld het toevoegen van een ‘6’ een ‘9’ of een ’11’e noot.

Omkeringen

Een ander veel voorkomend fenomeen is een omkering. Een omkering is als het ware dat de volgorde van de noten die het akkoord maken ‘omgekeerd’ of veranderd wordt. Als je een C-Majeur hebt (bestaande uit de C, E en G noten), dan krijg je een omkering als je bijvoorbeeld de E de grondtoon maakt en daarbovenop een C en G speelt.

Gitaar akkoorden op de hals van de gitaar

Er bestaan dus een aantal basis akkoorden. Elk akkoord kun je met een bepaalde greep van je vingers op een aantal verschillende plekken op de hals van de gitaar spelen. Zo kun je een B akkoord op de 2e fret-positie spelen, maar bijvoorbeeld ook op de 7e en de 11e positie. Het mooie van een gitaar is dat als je diezelfde greep (de vingerzetting) van bijvoorbeeld het B akkoord kunt hergebruiken voor het spelen van andere akkoorden. Als je na een B een C wilt spelen, dan schuif je je hand met dezelfde vingerzetting (greep) één  fret op.

Het is gemakkelijker om grepen te onthouden

Daarom is het van belang dat je grepen en vingerzettingen gaat onthouden. Er zijn een aantal vingerzettingen voor een majeur akkoord, een aantal voor een mineur akkoord, een aantal voor een septiem akkoord, een aantal voor een verminderd akkoord, enzovoorts. Als je deze grepen of vingerzettingen en de verschillende varianten leert en daarnaast de losse grondnoten op de hals weet te vinden, dan kun je alle akkoorden spelen op de gitaar.

Staar je dus niet blind op boeken vol met gitaar-akkoorden die in basis allemaal op elkaar lijken. Natuurlijk zijn er bijna een oneindig aantal variaties te verzinnen, zeker als je grote handen hebt en daarmee een groot bereik op je hals. Maar in 99% van de gevallen zul je de basis patronen, vingerzettingen en akkoorden gebruiken. Leer dus die basispatronen uit je hoofd, leer ze herkennen en weet ook de losse noten op je gitaarhals te vinden. En zorg dat je die barre akkoorden onder de knie krijgt, want dat maakt akkoorden spelen pas echt gemakkelijk!