De hals of nek van de gitaar bevat het gedeelte van de gitaar dat je bespeelt en waarmee je dus muziek maakt. Dit bespeelbare gedeelte (de bovenkant van de hals) wordt ook wel het fretboard of fingerboard genoemd. De snaren lopen van de kop naar de brug van de gitaar over de hals heen. Vrijwel alle gitaren hebben frets (metalen strippen) op vaste plaatsen op de hals bevestigd, maar er zijn ook fretloze gitaren (komt vooral voor bij basgitaren) welke geen frets hebben.
Toets
De toets is het gedeelte tussen de frets dat je met de vingers indrukt om te spelen (als het ware qua functie vergelijkbaar met de toetsen op een piano). Elke toets heeft een bepaalde toonhoogte, waarvan het verschil in toonhoogte, voor gefrette gitaren, door de posities van de frets vooraf is bepaald. Bij fretloze gitaren wordt de toonhoogte bepaald door waar je je vinger op de toets zet (in combinatie met de stemming van de snaar zelf). Normaal gesproken is elke volgende toetspositie (‘een fret verder’) precies een halve toon hoger. Er bestaan ook gitaren waarbij het hout van de toets tussen twee fret gedeeltelijk is uitgehold of weggehaald. Dit heet scalloping. Hierdoor raken de vingertoppen het hout niet meer als je de snaren indrukt. Met name voor soleerwerk speelt dit lichter en sneller omdat er geen wrijving met het hout meer is. Maar het vergt ook veel meer coördinatie en ‘licht spelen’ van de vingers en hand om het niet vals te laten klinken. Daarnaast wordt de hals er een stuk zwakker van.
Halspen
Wat veel mensen niet weten is dat zich in een gitaarhals een zogenaamde halspen bevindt (of truss rod in het Engels). Doordat de snaren die over de hals lopen op spanning staan wordt er redelijk hard door de snaren ‘getrokken’ aan de hals. Om te voorkomen dat deze kromtrekt of breekt is er in de hals een pen bevestigd. Deze halspen, meestal van staal of grafiet, zorgt voor de benodigde tegendruk. De halspen is met een imbussleutel te verstellen om deze meer of minder tegendruk te geven en daarmee de hals rechter of krommer te maken. Afhankelijk van het type gitaar zit de stelschroef bij de kop, de hals of in de klankkast. Afstellen is millimeterwerk en komt zeer nauwkeurig. Met name de afstelling van de hals in combinatie met de brug beïnvloed de bespeelbaarheid van de gitaar enorm. Het is niet aan te bevelen om zelf de halspen te gaan verstellen.
Bevestiging
De hals kan op drie manieren bevestigd worden aan de klankkast of body. De meest gebruikelijke manier voor elektrische gitaren is middels schroeven. Hierbij wordt de hals met drie of vier schroeven bevestigd. Dit is tevens voor de fabrikanten de goedkoopste manier. Een andere variant voor elektrische gitaren en basgitaren is een doorlopende hals, waarbij de hals door de hele body van de gitaar heen loop. De boven en onderkant (de ‘vleugels’ of ‘oren’) worden daarna aan de hals vastgelijmd om van het onderste gedeelte van de hals een volledige body te maken. Het is veel duurder om deze gitaren te fabriceren. De voordelen zijn meestal meer sustain (het aanhouden van de trilling van de snaar) en gemakkelijkere bespeelbaarheid van hoge frets. Met kan de body immers laten beginnen waar men wil. De derde variant is de zogenaamde ‘set-in’ hals, waarbij de hals gelijmd wordt op de body of klankkast. Er bestaan verschillende meningen over de degelijkheid van deze constructie ten opzichte van geschroefde nekken alsmede of het zorgt voor meer of minder sustain. Vrijwel alle akoestische gitaren hebben een gelijmde hals.
Vorm
Een gitaarhals kan dik of dun zijn en breed of smal. Tevens is de bolling van de achterkant bij elke gitaar anders. Voornamelijk persoonlijke voorkeur en anatomie van de hand zal bepalen welke hals lekker en natuurlijk aanvoelt en speelt. Dit is een kwestie van veel proberen en vergelijken. Op een enkele gitaar na heeft de hals ook aan de voorkant een lichte bolling. Een grotere bolling zou het gemakkelijker maken om de snaren probleemloos te benden (´buigen´ of ´opdrukken´) alsmede te vibreren.
Houtsoort
Er worden verschillende houtsoorten gebruikt voor de gitaarhals. Vaak bestaat de hele hals uit dezelfde houtsoort, soms wordt er voor de toets een andere houtsoort gebruikt (de hals heeft dan als het ware twee lagen; bijvoorbeeld een esdoorn hals met een palisander toets). De meest gangbare houtsoort voor de hals is esdoorn (maple). Het is een sterke en stabiele houtsoort en geeft weinig werking bij een verandering van omgeving. Het geeft een directe toon. Mahonie is een stevige houtsoort die iets meer open is qua structuur en daardoor iets meer van de trillingen van de snaar absorbeert. Daardoor wordt met name de aanslag van de snaren iets zachter. Een hals van palisander of rosewood is een zware geoliede houtsoort. Het zorgt voor meer sustain zonder dat het een extra boost geeft aan de hoge tonen. Voor de toets wordt ook vaak ebben gebruikt. Dit geeft een felle heldere tint aan de aanslag en heeft ook een goede sustain. Er worden nog verschillende andere houtsoorten gebruikt, maar die komen allemaal minder voor. Een ander fenomeen zijn de zogenaamde birdseye esdoorn halzen (‘vogelsogen’). Dit zijn bruine stippen als onderdeel van de houtstructuur op de achterzijde van de hals. Het ziet er schitterend uit al speculeert men dat het de hals zwakker maakt.
Inlays
Inlays (of ´inleggingen´in het Nederlands) zijn decoratieve materialen die in de meeste gitaarhalzen verwerkt zijn. De enige functie is om een gitarist houvast te geven aan de toetsposities. De meeste gitaren hebben één klein rondje (een ´stip´) op toetsposities 3, 5, 7 en 9. En twee rondjes op positie 12. Vervolgens weer één op toetsposities 15, 17, 19 en 21 en weer twee rondjes op positie 24 indien deze zich nog op de hals bevindt. Sommige fabrikanten maken er echter een heel kunstwerk van. De Ibanez gitaren van Steve Vai hebben een hele boom (of tak met bladeren) als een inlay in de hals verwerkt. De duurdere Paul Reed Smith (PRS) gitaren kenmerken zich door vogeltjes inlays. Gibson gebruikt vaker een trapezium vorm. Inlays worden meestal gemaakt van parelmoer, plastic of hout. Maar ze zijn door verschillende gitaristen ook wel eens vervangen door led lampjes voor de show!
Hals
Toets
De toets is het gedeelte tussen de frets dat je met de vingers indrukt om te spelen (als het ware qua functie vergelijkbaar met de toetsen op een piano). Elke toets heeft een bepaalde toonhoogte, waarvan het verschil in toonhoogte, voor gefrette gitaren, door de posities van de frets vooraf is bepaald. Bij fretloze gitaren wordt de toonhoogte bepaald door waar je je vinger op de toets zet (in combinatie met de stemming van de snaar zelf). Normaal gesproken is elke volgende toetspositie (‘een fret verder’) precies een halve toon hoger. Er bestaan ook gitaren waarbij het hout van de toets tussen twee fret gedeeltelijk is uitgehold of weggehaald. Dit heet scalloping. Hierdoor raken de vingertoppen het hout niet meer als je de snaren indrukt. Met name voor soleerwerk speelt dit lichter en sneller omdat er geen wrijving met het hout meer is. Maar het vergt ook veel meer coördinatie en ‘licht spelen’ van de vingers en hand om het niet vals te laten klinken. Daarnaast wordt de hals er een stuk zwakker van.
Halspen
Wat veel mensen niet weten is dat zich in een gitaarhals een zogenaamde halspen bevindt (of truss rod in het Engels). Doordat de snaren die over de hals lopen op spanning staan wordt er redelijk hard door de snaren ‘getrokken’ aan de hals. Om te voorkomen dat deze kromtrekt of breekt is er in de hals een pen bevestigd. Deze halspen, meestal van staal of grafiet, zorgt voor de benodigde tegendruk. De halspen is met een imbussleutel te verstellen om deze meer of minder tegendruk te geven en daarmee de hals rechter of krommer te maken. Afhankelijk van het type gitaar zit de stelschroef bij de kop, de hals of in de klankkast. Afstellen is millimeterwerk en komt zeer nauwkeurig. Met name de afstelling van de hals in combinatie met de brug beïnvloed de bespeelbaarheid van de gitaar enorm. Het is niet aan te bevelen om zelf de halspen te gaan verstellen.
Bevestiging
De hals kan op drie manieren bevestigd worden aan de klankkast of body. De meest gebruikelijke manier voor elektrische gitaren is middels schroeven. Hierbij wordt de hals met drie of vier schroeven bevestigd. Dit is tevens voor de fabrikanten de goedkoopste manier. Een andere variant voor elektrische gitaren en basgitaren is een doorlopende hals, waarbij de hals door de hele body van de gitaar heen loop. De boven en onderkant (de ‘vleugels’ of ‘oren’) worden daarna aan de hals vastgelijmd om van het onderste gedeelte van de hals een volledige body te maken. Het is veel duurder om deze gitaren te fabriceren. De voordelen zijn meestal meer sustain (het aanhouden van de trilling van de snaar) en gemakkelijkere bespeelbaarheid van hoge frets. Met kan de body immers laten beginnen waar men wil. De derde variant is de zogenaamde ‘set-in’ hals, waarbij de hals gelijmd wordt op de body of klankkast. Er bestaan verschillende meningen over de degelijkheid van deze constructie ten opzichte van geschroefde nekken alsmede of het zorgt voor meer of minder sustain. Vrijwel alle akoestische gitaren hebben een gelijmde hals.
Vorm
Een gitaarhals kan dik of dun zijn en breed of smal. Tevens is de bolling van de achterkant bij elke gitaar anders. Voornamelijk persoonlijke voorkeur en anatomie van de hand zal bepalen welke hals lekker en natuurlijk aanvoelt en speelt. Dit is een kwestie van veel proberen en vergelijken. Op een enkele gitaar na heeft de hals ook aan de voorkant een lichte bolling. Een grotere bolling zou het gemakkelijker maken om de snaren probleemloos te benden (´buigen´ of ´opdrukken´) alsmede te vibreren.
Houtsoort
Er worden verschillende houtsoorten gebruikt voor de gitaarhals. Vaak bestaat de hele hals uit dezelfde houtsoort, soms wordt er voor de toets een andere houtsoort gebruikt (de hals heeft dan als het ware twee lagen; bijvoorbeeld een esdoorn hals met een palisander toets). De meest gangbare houtsoort voor de hals is esdoorn (maple). Het is een sterke en stabiele houtsoort en geeft weinig werking bij een verandering van omgeving. Het geeft een directe toon. Mahonie is een stevige houtsoort die iets meer open is qua structuur en daardoor iets meer van de trillingen van de snaar absorbeert. Daardoor wordt met name de aanslag van de snaren iets zachter. Een hals van palisander of rosewood is een zware geoliede houtsoort. Het zorgt voor meer sustain zonder dat het een extra boost geeft aan de hoge tonen. Voor de toets wordt ook vaak ebben gebruikt. Dit geeft een felle heldere tint aan de aanslag en heeft ook een goede sustain. Er worden nog verschillende andere houtsoorten gebruikt, maar die komen allemaal minder voor. Een ander fenomeen zijn de zogenaamde birdseye esdoorn halzen (‘vogelsogen’). Dit zijn bruine stippen als onderdeel van de houtstructuur op de achterzijde van de hals. Het ziet er schitterend uit al speculeert men dat het de hals zwakker maakt.
Inlays
Inlays (of ´inleggingen´in het Nederlands) zijn decoratieve materialen die in de meeste gitaarhalzen verwerkt zijn. De enige functie is om een gitarist houvast te geven aan de toetsposities. De meeste gitaren hebben één klein rondje (een ´stip´) op toetsposities 3, 5, 7 en 9. En twee rondjes op positie 12. Vervolgens weer één op toetsposities 15, 17, 19 en 21 en weer twee rondjes op positie 24 indien deze zich nog op de hals bevindt. Sommige fabrikanten maken er echter een heel kunstwerk van. De Ibanez gitaren van Steve Vai hebben een hele boom (of tak met bladeren) als een inlay in de hals verwerkt. De duurdere Paul Reed Smith (PRS) gitaren kenmerken zich door vogeltjes inlays. Gibson gebruikt vaker een trapezium vorm. Inlays worden meestal gemaakt van parelmoer, plastic of hout. Maar ze zijn door verschillende gitaristen ook wel eens vervangen door led lampjes voor de show!
Gerelateerde Artikelen: