Eric Johnson Live – Een Perfectionist en zijn Gitaar
04 July 2012|paul
Deze week was Eric Johnson te zien in allereerst de Boerderij in Zoetermeer en daarna in Hedon in Zwolle. Hierbij een recensie van het het eerste concert van deze tour van deze top gitarist uit Austin, Texas. Een concert van een bescheiden gitarist, die bekend staat vanwege zijn perfectionistische instelling. Niet alleen wat betreft het gitaarspel zelf, met met name rondom zijn gitaargeluid. De verwachtingen waren daarom erg hoog gespannen onder de vele gitaristen in de zaal. Was zijn optreden ook zo perfectionistisch of bleef het een doodgewone doordeweekse dinsdagavond?
Eric Johnson – Wie?
Veel gitaristen kennen Eric Johnson niet. En helaas is dat onterecht. Het feit dat hij bijna nooit in Nederland (en Europa) speelt en dat daarnaast zijn concert in de Boerderij maar voor de helft was uitverkocht bevestigde dat. Maar hij is absoluut één van de grootste gitaristen die de Blues stad Austin (USA, Texas) heeft voortgebracht. En dat zijn er nogal wat. Denk eens aan Stevie Ray Vaughan, Albert Collins, Billy Gibbons (ZZ-Top), Freddie King, Monte Montgomery of Johnny (Guitar) Watson. Sterker nog, hij speelt in Austin gewoon af en toe, uiteraard onaangekondigd, op Sixth street (één van de weinige straten op aarde waar er elke dag van het jaar in vele kroegen live bands te vinden zijn).
Eric Johnson is als gitarist al vroeg in zijn gitaristen carrière erkend. Zijn tweede album, Tones, werd bekroond met een Grammy. En het nummer Cliffs of Dover van het album daarna (Ah Via Musicom), is een juweeltje en waarvoor hij eveneens een Grammy heeft ontvangen. Bekijk (een beetje overbelicht helaas) en luister hieronder naar een lange gitaarsolo, welke eindigt in het intro van dit nummer.
Eind jaren ’90 heeft Eric Johnson met Joe Satriani en Steve Vai mogen touren als de derde gitarist van het G3 concept en heeft daardoor zijn naamsbekendheid kunnen vergroten. Dit heeft ervoor gezorgd dat zijn CD’s gemakkelijker te verkrijgen waren (en je vanaf die periode niet meer speciaal naar Amsterdam moest om tussen de ‘import’ CD te gaan snuffelen 😎 ). Echter, hij is altijd een gitarist voor de gitaristen-liefhebber gebleven en nooit bij het het grotere publiek doorgebroken. Een optreden in Nederland was voor al die gitaristen-liefhebbers daarom heel erg welkom!
De opstelling en zijn gitaargeluid
Eric Johnson staat bekend om zijn gitaargeluid en hij is wat dat betreft een ontzettende perfectionist. Overigens is zijn gitaargeluid al vele jaren redelijk constant. Toch blijft hij dingen veranderen en uitproberen om het te verbeteren. En daarin gaat hij erg ver. Ik heb ooit een interview met hem gelezen waarin hij vertelde dat hij al weken bezig was met het doormeten en uitproberen van verschillende merken en soorten batterijen, om te kijken hoe dat van invloed was op het gitaargeluid.
Zijn live setup is ook redelijk complex of in elk geval anders dan ‘gemiddeld’. Eric maakt gebruik van 2 Fender versterkers voor zijn heldere geluid en 2 Marshall versterkers voor zijn vervormde gitaargeluid. Middels twee gekoppelde A/B-Switches regelt hij naar welke versterkers zijn gitaarsignaal gestuurd wordt. Vervolgens gaat het geluid dat uit de speakerkasten komt via microfoons naar een mixer. En daarna gaat het gemixte geluid pas richting de mengtafel van de PA (zaalgeluid/versterking). Uiteraard gebruikt hij ook effecten, maar dat is redelijk beperkt tot met name een delay, chorus, overdrive, fuzz en wahwah (die hij overigens weinig gebruikt).
Los van de technische opstelling was de opstelling van de versterkers op het podium zelf ook anders dan ‘gemiddeld’. De twee Fender versterkers en één Marshall stonden aan de zijkant van het podium en waren in een hoek van ongeveer 45 graden van het podium af gericht. De tweede Marshall stond haaks achter de andere drie verstekers en was juist weer richting Johnson zelf gericht (maar dan wel op behoorlijke afstand). Wat Johnson waarschijnlijk met deze opstelling bereikt is dat er weinig overspraak is op de microfoons die voor zijn versterkers staan (d.w.z. weinig ‘bijgeluiden’ van b.v. de monitoren, bassist of drummer, welke opgepikt worden door de microfoons). Een andere reden is wellicht ook dat Johnson geen last van feedback wil hebben tijdens het spelen (feedback is het rondzingen van het gitaargeluid, waarbij het geluid van de versterkers weer wordt opgepikt door de elementen van de gitaar).
Wat meteen opviel was de dunne gitaarkabel die Johnson gebruikt. Als geluidsperfectionist is het logisch om een gitaarkabel boven een draadloos systeem te prefereren. Maar er zijn nogal wat verschillen tussen gitaarkabels. Een dunnere kabel heeft meer last van signaalverlies dan een dikke kabel die goed is beschermd. De dunne gitaarkabel die Johnson gebruikte was dus voor mij een beetje verrassend, maar wellicht heeft hij daar een goede reden voor of vindt hij de impact van een gitaarkabel op zijn gitaargeluid niet significant genoeg. Een andere reden is wellicht dat hij zelf iets aan de kabel heeft veranderd. Dit wordt geïmpliceerd door de gitaarkabel die hij voor zijn akoestische gitaar gebruikte. Dit waren namelijk twee gitaarkabels die aan 1 jack gesoldeerd waren. Het effect hiervan op zijn gitaargeluid zal hij zeer zeker uitgeprobeerd en getests hebben. Luister zelf 😉
De speelstijl van Eric Johnson is zeer divers. Uiteraard zijn er veel blues invloeden met veelvuldig gebruik van de pentatonische toonladder, maar daarnaast hoor je ook andere stijlen zoals Jazz, Blues, Country, Fusion of ‘gewone’ pop met af en toe een vleugje rock.
Johnson is voor wat betreft zijn speelstijl redelijk uniek en herkenbaar uit duizenden. Waar je veel topgitaristen vaak trapsgewijs over de snaren omhoog en omlaag ziet soleren, is de variatie in het gebruik van de verschillende snaren bij Johnson veel groter. Tijdens elke solo gaat hij voordurend op en neer tussen de snaren (van de lage E naar de hoge e en weer terug), waarbij het aantal noten dat hij gebruikt op iedere snaar voordat hij naar de volgende snaar gaat beperkt is. Arpeggio’s, string-skipping en veel down- of up-picking in combinatie met korte legato hammer-on’s en pull-off’s schuwt hij niet. Hij maakt weinig gebruik van alternate picking, maar hij gebruikt wel heel veel een combinatie van plectrum en vingers.
De akoorden die Eric Johnson gebruikt zijn vaak bijzonder en lijken bijna autodidactisch eigen gemaakt. Naast het ook veelvuldig gebruiken van de pink is de spreiding van zijn vingers enorm. Zonder enig probleem speelt hij een heel nummer akkoorden met lastige grepen die over zes toetsen spreiden op de hals.
Het aanslaan van de akkoorden gebeurt overal, van dichtbij de brug tot midden op de hals, zowel met de vingers als het plectrum. Zo heeft hij steeds een ander geluid. Verder komen alle technieken wel voorbij. Het enige dat hij niet lijkt te gebruiken is het tremolo (de whammy-bar). Overigens speelt Eric Johnson op Jim Dunlop 1mm plectrums. Tijdens de solo van het geweldig mooie Manhattan kwam er ook nog even een slide aan te pas. Luister zelf:
Toen ik iemand vertelde naar welk concert ik ging kreeg ik als reactie: “Eric Johnson? Dat klinkt als een hele aardige en nette man”. En na afloop van het concert kan ik niet anders concluderen dan dat dit lijkt te kloppen. Hij vertelde hoe hij ‘s middags even had rondgelopen en Nederland een mooi land vindt met een ‘goede vibe’. Was hij in het centrum van Zoetermeer geweest of ergens anders 😎 ? Je merkt aan alles dat hij geen last van sterallures heeft. Zo was er een pauze van een kwartiertje tussen set 1 en 2. De laatste keer dat ik me kan herinneren dat ik een officiële pauze meegemaakt heb was tijdens een drie uur durend concert van Michael Jackson begin jaren ’90. Hij heeft wel een keer of tien de namen van zijn bassist (erg goed!) en drummer (ok, maar ik vond hem niet heel bijzonder) genoemd. Verder speelde hij het hele optreden met hetzelfde plectrum en gooide deze ook niet in het publiek. Na afloop kwam iemand van de crew een aantal plectrums uitdelen. Hij was voornamelijk bezig met de muziek en het zo goed mogelijk spelen van de nummers. Vaak was hij in een soort van trance. Het laatste waar hij mee bezig leek te zijn, was zijn ego en het willen laten zien hoe goed hij eigenlijk is. Zo stond hij tijdens deze improvisatie een minuut of vijf met zijn rug richting meer dan de helft van de zaal (en speelde hij voor de afwisseling op een Gibson en niet op zijn vertrouwde Fender(s)):
Het mag duidelijk zijn dat Eric Johnson redelijk perfectionistisch is. Ook dat was heel duidelijk terug te zien tijdens het concert. Ik heb nog nooit een gitarist tijdens een optreden zoveel aan de equalizer (bass, mid, treble) van zijn versterkers zien draaien, meestal na het wisselen van gitaar. Hier nam hij ook echt de tijd voor. Maar ook de volume- en toonknoppen van zijn gitaar werden veelvuldig gebruikt. Tot op de millimeter nauwkeurig leek hij de stand van zijn volumeknop te veranderen op verschillende momenten tijdens een solo. Zeldzaam!
Maar naast de opstelling van zijn versterkers en het voortdurend draaien aan de knoppen kon je ook zijn perfectionistische instelling herkennen aan het inzetten van de nummers. Hij had de regie in handen. Niet de drummer zette de nummers zoals gebruikelijk in, maar Eric Johnson telde meestal zelf af.
Hij speelde echter wel met een vloermonitor. Je zou zeggen dat hij zijn gitaarspel beter kan horen met een in-ear systeem (nog even los van de bescherming van zijn oren), maar wellicht wil hij iets van de dynamiek van de zaal meekrijgen (al is dat op het podium lastig te horen). Wellicht mist hij de feedback van het publiek of is een in-ear iets waar hij op zijn leeftijd (hij ‘loopt’ tegen de 60) niet meer aan kan wennen.
Tussen de nummers had hij af en toe interactie met het publiek. Maar tijdens het spelen was Johnson vaak in trance en volledig geconcentreerd. Hij kijkt tijdens het het spelen van de nummers voortdurend naar zijn hals en laat zich niet afleiden door dingen die in het publiek gebeuren of door mensen die hem fotograferen op de eerste rij. Ondanks dat de perfectionist alles op orde leek te hebben voor wat betreft het geluid, techniek, regie en concentratie, speelde hij verre van foutloos. Je kon hem tijdens elk nummer wel een aantal keren betrappen op kleine foutjes. Wellicht had hij last van zijn jetlag, wellicht zocht hij teveel zijn grenzen op, wellicht had hij een slechte avond of wellicht hoort het gewoon bij zijn spel. Het aantal fouten, wat ik als enige verbeterpunt voor het hele concert zou kunnen aandragen, staat in contrast mijn zijn perfectionistische instelling (al liet hij zich er niet door afleiden). Maar het is erg pietluttig om je daar als bewonderaar of toeschouwer druk over te maken. Ook op zijn niveau mag je af en toe fouten maken en ik vond het evengoed ‘perfect’.
De slagroom op het toetje
De rustige en bescheiden man kwam pas goed los tijdens de toegift. Ik had het idee dat hij, en ook zijn band, moest wennen aan het ogenschijnlijk gematigde publiek. Een zaal vol met gitaristen, waarvan een flink aantal op leeftijd, en met een Nederlands’ enthousiasme kan anders overkomen. In een kroeg in Austin (of de USA in het algemeen) is het publiek altijd enthousiast en luidruchtig. En voor een Amerikaan die niet heel vaak in Europa speelt kan ik me voorstellen dat het een groot verschil is, zeker als het je eerste concert betreft van een Europa-tour.
Na afloop van de tweede set was het echter overduidelijk: het publiek was razend enthousiast (en terecht!) en liet, na weliswaar de nodige aanmoediging van de roadie, duidelijk van zich horen. Eric Johnson kwam vol enthousiasme terug uit de kleedkamer voor nog een paar nummers. Hij zocht zelfs de interactie op met het publiek en liet het tijdens een nummer meeklappen. Vol overgave zong en speelde hij zijn laatste nummers van de avond en genoot op zijn manier duidelijk van een succesvolle avond!
Maar de slagroom op het toetje was absoluut het laatste nummer: The Wind Cries Mary van Jimi Hendrix. Zoals zovelen is Johnson door Hendrix beïnvloed en een groot liefhebber van de grootmeester. Het nummer werd door het publiek met luid gejuich ontvangen. Alsof hij Hendrix zelf was, speelde hij het nummer van begin tot eind op een geweldige manier. Voor mijzelf in elk geval weer een bevestiging van de genialiteit van de composities van Hendrix, met mooie melodieën, solo’s en vele geniale double-stops. Een waardige afsluiting van een geweldig concert van een absoluut fantastische gitarist!
Eric Johnson Live – Een Perfectionist en zijn Gitaar
Deze week was Eric Johnson te zien in allereerst de Boerderij in Zoetermeer en daarna in Hedon in Zwolle. Hierbij een recensie van het het eerste concert van deze tour van deze top gitarist uit Austin, Texas. Een concert van een bescheiden gitarist, die bekend staat vanwege zijn perfectionistische instelling. Niet alleen wat betreft het gitaarspel zelf, met met name rondom zijn gitaargeluid. De verwachtingen waren daarom erg hoog gespannen onder de vele gitaristen in de zaal. Was zijn optreden ook zo perfectionistisch of bleef het een doodgewone doordeweekse dinsdagavond?
Eric Johnson – Wie?
Veel gitaristen kennen Eric Johnson niet. En helaas is dat onterecht. Het feit dat hij bijna nooit in Nederland (en Europa) speelt en dat daarnaast zijn concert in de Boerderij maar voor de helft was uitverkocht bevestigde dat. Maar hij is absoluut één van de grootste gitaristen die de Blues stad Austin (USA, Texas) heeft voortgebracht. En dat zijn er nogal wat. Denk eens aan Stevie Ray Vaughan, Albert Collins, Billy Gibbons (ZZ-Top), Freddie King, Monte Montgomery of Johnny (Guitar) Watson. Sterker nog, hij speelt in Austin gewoon af en toe, uiteraard onaangekondigd, op Sixth street (één van de weinige straten op aarde waar er elke dag van het jaar in vele kroegen live bands te vinden zijn).
Eric Johnson is als gitarist al vroeg in zijn gitaristen carrière erkend. Zijn tweede album, Tones, werd bekroond met een Grammy. En het nummer Cliffs of Dover van het album daarna (Ah Via Musicom), is een juweeltje en waarvoor hij eveneens een Grammy heeft ontvangen. Bekijk (een beetje overbelicht helaas) en luister hieronder naar een lange gitaarsolo, welke eindigt in het intro van dit nummer.
[youtube width=”560″ height=”345″]http://www.youtube.com/watch?v=UVBybAUG21c[/youtube]
Eind jaren ’90 heeft Eric Johnson met Joe Satriani en Steve Vai mogen touren als de derde gitarist van het G3 concept en heeft daardoor zijn naamsbekendheid kunnen vergroten. Dit heeft ervoor gezorgd dat zijn CD’s gemakkelijker te verkrijgen waren (en je vanaf die periode niet meer speciaal naar Amsterdam moest om tussen de ‘import’ CD te gaan snuffelen 😎 ). Echter, hij is altijd een gitarist voor de gitaristen-liefhebber gebleven en nooit bij het het grotere publiek doorgebroken. Een optreden in Nederland was voor al die gitaristen-liefhebbers daarom heel erg welkom!
De opstelling en zijn gitaargeluid
Eric Johnson staat bekend om zijn gitaargeluid en hij is wat dat betreft een ontzettende perfectionist. Overigens is zijn gitaargeluid al vele jaren redelijk constant. Toch blijft hij dingen veranderen en uitproberen om het te verbeteren. En daarin gaat hij erg ver. Ik heb ooit een interview met hem gelezen waarin hij vertelde dat hij al weken bezig was met het doormeten en uitproberen van verschillende merken en soorten batterijen, om te kijken hoe dat van invloed was op het gitaargeluid.
Zijn live setup is ook redelijk complex of in elk geval anders dan ‘gemiddeld’. Eric maakt gebruik van 2 Fender versterkers voor zijn heldere geluid en 2 Marshall versterkers voor zijn vervormde gitaargeluid. Middels twee gekoppelde A/B-Switches regelt hij naar welke versterkers zijn gitaarsignaal gestuurd wordt. Vervolgens gaat het geluid dat uit de speakerkasten komt via microfoons naar een mixer. En daarna gaat het gemixte geluid pas richting de mengtafel van de PA (zaalgeluid/versterking). Uiteraard gebruikt hij ook effecten, maar dat is redelijk beperkt tot met name een delay, chorus, overdrive, fuzz en wahwah (die hij overigens weinig gebruikt).
Los van de technische opstelling was de opstelling van de versterkers op het podium zelf ook anders dan ‘gemiddeld’. De twee Fender versterkers en één Marshall stonden aan de zijkant van het podium en waren in een hoek van ongeveer 45 graden van het podium af gericht. De tweede Marshall stond haaks achter de andere drie verstekers en was juist weer richting Johnson zelf gericht (maar dan wel op behoorlijke afstand). Wat Johnson waarschijnlijk met deze opstelling bereikt is dat er weinig overspraak is op de microfoons die voor zijn versterkers staan (d.w.z. weinig ‘bijgeluiden’ van b.v. de monitoren, bassist of drummer, welke opgepikt worden door de microfoons). Een andere reden is wellicht ook dat Johnson geen last van feedback wil hebben tijdens het spelen (feedback is het rondzingen van het gitaargeluid, waarbij het geluid van de versterkers weer wordt opgepikt door de elementen van de gitaar).
Wat meteen opviel was de dunne gitaarkabel die Johnson gebruikt. Als geluidsperfectionist is het logisch om een gitaarkabel boven een draadloos systeem te prefereren. Maar er zijn nogal wat verschillen tussen gitaarkabels. Een dunnere kabel heeft meer last van signaalverlies dan een dikke kabel die goed is beschermd. De dunne gitaarkabel die Johnson gebruikte was dus voor mij een beetje verrassend, maar wellicht heeft hij daar een goede reden voor of vindt hij de impact van een gitaarkabel op zijn gitaargeluid niet significant genoeg. Een andere reden is wellicht dat hij zelf iets aan de kabel heeft veranderd. Dit wordt geïmpliceerd door de gitaarkabel die hij voor zijn akoestische gitaar gebruikte. Dit waren namelijk twee gitaarkabels die aan 1 jack gesoldeerd waren. Het effect hiervan op zijn gitaargeluid zal hij zeer zeker uitgeprobeerd en getests hebben. Luister zelf 😉
[youtube width=”560″ height=”345″]http://www.youtube.com/watch?v=2KnWycx9yfY[/youtube]
De stijl en gitaartechniek van Eric Johnson
De speelstijl van Eric Johnson is zeer divers. Uiteraard zijn er veel blues invloeden met veelvuldig gebruik van de pentatonische toonladder, maar daarnaast hoor je ook andere stijlen zoals Jazz, Blues, Country, Fusion of ‘gewone’ pop met af en toe een vleugje rock.
Johnson is voor wat betreft zijn speelstijl redelijk uniek en herkenbaar uit duizenden. Waar je veel topgitaristen vaak trapsgewijs over de snaren omhoog en omlaag ziet soleren, is de variatie in het gebruik van de verschillende snaren bij Johnson veel groter. Tijdens elke solo gaat hij voordurend op en neer tussen de snaren (van de lage E naar de hoge e en weer terug), waarbij het aantal noten dat hij gebruikt op iedere snaar voordat hij naar de volgende snaar gaat beperkt is. Arpeggio’s, string-skipping en veel down- of up-picking in combinatie met korte legato hammer-on’s en pull-off’s schuwt hij niet. Hij maakt weinig gebruik van alternate picking, maar hij gebruikt wel heel veel een combinatie van plectrum en vingers.
De akoorden die Eric Johnson gebruikt zijn vaak bijzonder en lijken bijna autodidactisch eigen gemaakt. Naast het ook veelvuldig gebruiken van de pink is de spreiding van zijn vingers enorm. Zonder enig probleem speelt hij een heel nummer akkoorden met lastige grepen die over zes toetsen spreiden op de hals.
Het aanslaan van de akkoorden gebeurt overal, van dichtbij de brug tot midden op de hals, zowel met de vingers als het plectrum. Zo heeft hij steeds een ander geluid. Verder komen alle technieken wel voorbij. Het enige dat hij niet lijkt te gebruiken is het tremolo (de whammy-bar). Overigens speelt Eric Johnson op Jim Dunlop 1mm plectrums. Tijdens de solo van het geweldig mooie Manhattan kwam er ook nog even een slide aan te pas. Luister zelf:
[youtube width=”560″ height=”345″]http://www.youtube.com/watch?v=irIPWv7hs1c[/youtube]
Een bescheiden en aardige gitarist?
Toen ik iemand vertelde naar welk concert ik ging kreeg ik als reactie: “Eric Johnson? Dat klinkt als een hele aardige en nette man”. En na afloop van het concert kan ik niet anders concluderen dan dat dit lijkt te kloppen. Hij vertelde hoe hij ‘s middags even had rondgelopen en Nederland een mooi land vindt met een ‘goede vibe’. Was hij in het centrum van Zoetermeer geweest of ergens anders 😎 ? Je merkt aan alles dat hij geen last van sterallures heeft. Zo was er een pauze van een kwartiertje tussen set 1 en 2. De laatste keer dat ik me kan herinneren dat ik een officiële pauze meegemaakt heb was tijdens een drie uur durend concert van Michael Jackson begin jaren ’90. Hij heeft wel een keer of tien de namen van zijn bassist (erg goed!) en drummer (ok, maar ik vond hem niet heel bijzonder) genoemd. Verder speelde hij het hele optreden met hetzelfde plectrum en gooide deze ook niet in het publiek. Na afloop kwam iemand van de crew een aantal plectrums uitdelen. Hij was voornamelijk bezig met de muziek en het zo goed mogelijk spelen van de nummers. Vaak was hij in een soort van trance. Het laatste waar hij mee bezig leek te zijn, was zijn ego en het willen laten zien hoe goed hij eigenlijk is. Zo stond hij tijdens deze improvisatie een minuut of vijf met zijn rug richting meer dan de helft van de zaal (en speelde hij voor de afwisseling op een Gibson en niet op zijn vertrouwde Fender(s)):
[youtube width=”560″ height=”345″]http://www.youtube.com/watch?v=NZh1ojVguEY[/youtube]
Perfectionistisch of freak?
Het mag duidelijk zijn dat Eric Johnson redelijk perfectionistisch is. Ook dat was heel duidelijk terug te zien tijdens het concert. Ik heb nog nooit een gitarist tijdens een optreden zoveel aan de equalizer (bass, mid, treble) van zijn versterkers zien draaien, meestal na het wisselen van gitaar. Hier nam hij ook echt de tijd voor. Maar ook de volume- en toonknoppen van zijn gitaar werden veelvuldig gebruikt. Tot op de millimeter nauwkeurig leek hij de stand van zijn volumeknop te veranderen op verschillende momenten tijdens een solo. Zeldzaam!
Maar naast de opstelling van zijn versterkers en het voortdurend draaien aan de knoppen kon je ook zijn perfectionistische instelling herkennen aan het inzetten van de nummers. Hij had de regie in handen. Niet de drummer zette de nummers zoals gebruikelijk in, maar Eric Johnson telde meestal zelf af.
Hij speelde echter wel met een vloermonitor. Je zou zeggen dat hij zijn gitaarspel beter kan horen met een in-ear systeem (nog even los van de bescherming van zijn oren), maar wellicht wil hij iets van de dynamiek van de zaal meekrijgen (al is dat op het podium lastig te horen). Wellicht mist hij de feedback van het publiek of is een in-ear iets waar hij op zijn leeftijd (hij ‘loopt’ tegen de 60) niet meer aan kan wennen.
Tussen de nummers had hij af en toe interactie met het publiek. Maar tijdens het spelen was Johnson vaak in trance en volledig geconcentreerd. Hij kijkt tijdens het het spelen van de nummers voortdurend naar zijn hals en laat zich niet afleiden door dingen die in het publiek gebeuren of door mensen die hem fotograferen op de eerste rij. Ondanks dat de perfectionist alles op orde leek te hebben voor wat betreft het geluid, techniek, regie en concentratie, speelde hij verre van foutloos. Je kon hem tijdens elk nummer wel een aantal keren betrappen op kleine foutjes. Wellicht had hij last van zijn jetlag, wellicht zocht hij teveel zijn grenzen op, wellicht had hij een slechte avond of wellicht hoort het gewoon bij zijn spel. Het aantal fouten, wat ik als enige verbeterpunt voor het hele concert zou kunnen aandragen, staat in contrast mijn zijn perfectionistische instelling (al liet hij zich er niet door afleiden). Maar het is erg pietluttig om je daar als bewonderaar of toeschouwer druk over te maken. Ook op zijn niveau mag je af en toe fouten maken en ik vond het evengoed ‘perfect’.
De slagroom op het toetje
De rustige en bescheiden man kwam pas goed los tijdens de toegift. Ik had het idee dat hij, en ook zijn band, moest wennen aan het ogenschijnlijk gematigde publiek. Een zaal vol met gitaristen, waarvan een flink aantal op leeftijd, en met een Nederlands’ enthousiasme kan anders overkomen. In een kroeg in Austin (of de USA in het algemeen) is het publiek altijd enthousiast en luidruchtig. En voor een Amerikaan die niet heel vaak in Europa speelt kan ik me voorstellen dat het een groot verschil is, zeker als het je eerste concert betreft van een Europa-tour.
Na afloop van de tweede set was het echter overduidelijk: het publiek was razend enthousiast (en terecht!) en liet, na weliswaar de nodige aanmoediging van de roadie, duidelijk van zich horen. Eric Johnson kwam vol enthousiasme terug uit de kleedkamer voor nog een paar nummers. Hij zocht zelfs de interactie op met het publiek en liet het tijdens een nummer meeklappen. Vol overgave zong en speelde hij zijn laatste nummers van de avond en genoot op zijn manier duidelijk van een succesvolle avond!
Maar de slagroom op het toetje was absoluut het laatste nummer: The Wind Cries Mary van Jimi Hendrix. Zoals zovelen is Johnson door Hendrix beïnvloed en een groot liefhebber van de grootmeester. Het nummer werd door het publiek met luid gejuich ontvangen. Alsof hij Hendrix zelf was, speelde hij het nummer van begin tot eind op een geweldige manier. Voor mijzelf in elk geval weer een bevestiging van de genialiteit van de composities van Hendrix, met mooie melodieën, solo’s en vele geniale double-stops. Een waardige afsluiting van een geweldig concert van een absoluut fantastische gitarist!
Gerelateerde Artikelen: