Het voordeel van barre akkoorden

Veel gitaristen vinden barré akkoorden lastig om te spelen, zeker in het begin. Je moet best hard op de snaren drukken met je wijsvinger om alle snaren goed te laten klinken. Het voelt alsof de snaren in je hand snijden. Daarnaast is het ook een best ongemakkelijke houding als je het niet gewend bent.

Het grote voordeel is dat je alle akkoorden op je gitaar kunt spelen. De houding en de greep voor veel barre akkoorden is een standaard vingerzetting. Deze vingerzetting kun je vervolgens voor alle akkoorden gebruiken. Als je bijvoorbeeld het C majeur barré akkoord op de derde toets kunt spelen, dan kun je ook een Cis spelen, dat is namelijk dezelfde greep op de vierde toets. En een D is dezelfde greep op de vijfde toets. En zo kun je doorgaan. Idem voor bijvoorbeeld een F barré akkoord op de eerste toets. Een Fis is dezelfde greep op toets 2, een G speel je met dezelfde greep op toets 3.

Een ander voordeel van barré akoorden is dat het je veel meer mogelijkheden geeft wat betreft één en hetzelfde akoord, maar dan op andere posities (met omkeringen of een octaaf hoger). Neem als voorbeeld het akkoord C majeur. Hieronder zie je de tabulatuur van allemaal verschillende posities waarop je dit akkoord kunt spelen. De C volgens het derde, vierde en vijfde plaatje spelen de meeste gitaristen als een barré akkoord.

En nog een voordeel is dat je voor slagpartijen gemakkelijker de snaren kunt dempen met je linkerhand. Met open akkoorden (met losse snaren) kan dat namelijk niet. Veel slagpartijen hebben nou eenmaal een bepaalde feel door de combinatie van aanslag en demping van de snaren.

Een barré akkoord is eigenlijk een basis vaardigheid die niet weg te denken is uit je gitaarspel. Zorg dat je het oefent en onder de knie krijgt, want het vergroot je mogelijkheden enorm!