De kam van de gitaar bevindt zich op de scheidslijn van de kop en de hals van de gitaar. De kam is meestal gemaakt van been, pastic, grafiet of staal. De functie van de kam is om enerzijds de trilling van de snaar te stoppen en anderzijds om de snaar op zijn plaats te houden. De kam moet als eigenschap hebben dat de snaar goed glijdt over de groef waarin de snaar ligt. Bij een bend of bij het gebruik van een tremolo of whammy-bar zal de snaar namelijk over de kam heen en weer bewegen. Het is van belang dat er weinig wrijving optreedt zodat de snaar weer terugkomt in zijn neutrale positie zonder dat dit de toonhoogte van de snaar beïnvloed.

Er zijn ook gitaren waar op de plaats van de kam een klein wieltje zit waarop de snaar ligt, zodat de snaar altijd weer op de juiste plaats terug komt. Bij zwevende tremolo’s worden de snaren vaak vastgezet bij de kam om ontstemmen van de gitaar bij hevig gebruik van de tremolo tegen te gaan.