De slide techniek (‘glij techniek’) dient niet verward te worden met een slide als gitaar accessoire. Bij een slide techniek speelt de gitarist een bepaalde noot en laat de vinger vervolgens glijden (slide) naar een andere noot. Hierbij blijft de snaar ingedrukt zodat de tussenliggende noten en ook de eindnoot hoorbaar zijn. Doordat er geen aanslag van de snaar tijdens de slide plaatvindt betreft het een legato techniek.

Een slide wordt veel toegepast in het spel van de gemiddelde gitarist. Twee bekende varianten van een slide zijn het ‘naar de noot toe glijden’ (‘slide into the note’) en ‘van de noot af glijden’ (‘slide out of the note’). Bij de eerste variant wordt een slide gemaakt als een soort van intro naar de noot die gespeeld gaat worden toe. Bij de tweede variant wordt een noot beëindigd door er aan het einde vanaf (omlaag) te glijden.